maandag 2 november 2015

Onze zoon

Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat een diagnose zich erg goed kan schuilhouden..

Onze oudste is altijd een makkelijk kind geweest. Rustig, meegaand, goedlachs en een allemansvriend. Tot zijn 10e was er geen vuiltje aan de lucht.

In groep 7 viel het ons echter op dat hij een allemansvriend bleef en nergens écht aansluiting kreeg. Het hoort wel bij de leeftijd dat vriendschappen zich verdiepen en dat kinderen hun zelfbeeld gaan relateren aan dat van anderen. Zo niet onze zoon; hij trok zich van niets of niemand iets aan en ging zijn eigen weg. Een dromertje..

‘Wat een heerlijk zelfbewust kind’ ging er door me heen.

Zijn eerste jaar op de middelbare school verliep kalm. Maar ook hier sprak hij nooit af met anderen. Ik maakte me hier soms zorgen over, maar hij was er relaxed onder. Met alleen een stevige onvoldoende voor Frans ging hij zonder problemen over naar 2 HAVO. ‘Ach ja, Frans..’ dacht ik ‘hij kon ook al nooit de tafels onthouden, laat staan woordjes die je totaal nergens aan kan herleiden’. In de loop van het tweede jaar ging het echter bergafwaarts met zijn cijfers. De stof werd natuurlijk pittiger en meer en er werd meer zelfstandigheid verwacht in het plannen van het schoolwerk. Ik moest hem dagelijks aansporen om aan zijn huiswerk te gaan beginnen en zoals een echter puber betaamd, mochten papa en mama hem niet helpen. En daar sta je dan met je goeie gedrag.. Zijn kerstrapport was zó slecht, dat hij zou blijven zitten of de overstap naar VMBO-T moest maken.

Toen hebben we aan de bel getrokken bij school.

Gelukkig kregen we daar goed gehoor en was de mentor erg betrokken. Alle docenten waren verbaasd over de resultaten, want in de klas zagen ze een prettige, rustige leerling die deed wat hem werd gevraagd. Met andere woorden, hij viel niet echt op.. Onze zoon begreep zelf ook niet waar de slechte cijfers vandaan kwamen, want hij snapte alles in de klas en besteedde toch écht enkele uren per dag aan zijn huiswerk.

Hier was meer aan de hand, dat voelde ik aan alles. Maar wat vónd ik het moeilijk om dat toe te geven..

Ik vermoedde ADD. Ik wilde het bevestigd, dan wel uitgesloten krijgen en zette de stap naar de Geestelijke Gezondheidszorg. Onze zoon vond alles prima, zijn meegaande en onbezorgde karakter was hij niet verloren. Na een aantal testen, gesprekken en scorelijsten kwam er onmiskenbaar uit: ADHD, van het onoplettend type, ADD dus..

Toen stond ik aan de andere kant van de lijn. Als moeder.

Het voelde zowel als een opluchting als een schok. Een verklaring voor het verleden en tegelijkertijd een angstbeeld voor de toekomst. Ik herpakte mezelf: ‘oké Esther.. Practice what you Preach: pas zijn omgeving aan!’  We werken nu thuis met lijstjes en alarmbellen en we hebben meer geduld met hem. We geven hem geen gecombineerde opdrachten meer en trekken eerst goed zijn aandacht als we hem iets willen vragen of zeggen. Hij krijgt 3 keer in de week individuele huiswerkbegeleiding. En ja, we hebben ook gekozen voor ondersteunende medicatie.  
Na een aantal maanden zagen we al resultaat: een alerter kind dat meer vertelt uit zichzelf. Hij is vrolijker en zijn cijfers gingen zodanig omhoog dat hij overgaat naar 3 HAVO! De ADHD zit nog steeds in hem, maar ..


-      De omgeving maakt het verschil! -